Als iemand met een gegeneraliseerde angststoornis kom ik vaak uitdagingen tegen. Deze kunnen al in het normale leven voorkomen. Wat voor sommige mensen heel normaal is, kan voor mij een grote uitdaging zijn. Iets ‘normaals’ zoals boodschappen doen bijvoorbeeld of iets leuks gaan doen met je vrienden of naar uiteten gaan. Mijn hoofd is constant bezig met ‘wat als’. Dit gebeurt zelfs onbewust en kan heel vermoeiend zijn. Dit kan zo’n impact hebben dat je soms té moe bent om dingen te gaan doen en dan kom je heel gemakkelijk in een vicieuze cirkel terecht. Ook wordt het dan steeds lastiger om de dingen die je ‘normaal’ wel zou doen, zoals het huishouden, dan te blijven doen.
Zo ook het zoeken naar werk. Zelf doe ik alweer 9 jaar lang vrijwilligerswerk bij een kinderboerderij in de buurt en sinds het begin van vorig jaar ben ik ook bij Stichting Boekenwerk begonnen. Op beide plekken is het fijn dat ik kan voelen wat ik voel en dat dat gevoel er ook mag zijn. Als het bijvoorbeeld een moeilijkere dag is, is het niet erg dat ik dingen wat langzamer of helemaal niet doe. Dan kijken we samen naar wat wel mogelijk is en dat is fijn om te ervaren. Dat sommige dagen moeilijker zijn dan andere dagen kan aan van alles liggen. Dingen zoals het weer, slecht slapen, gebeurtenissen buiten het werk of hoe druk het op de weg is. Soms word ik ook gewoon wakker met meer spanning in mijn lijf dan normaal en dan moet ik me daar op aanpassen.
Het is belangrijk om steeds weer stil te staan bij hoe ik me voel. Ik kan heel gemakkelijk over mijn eigen grenzen gaan, ‘Want andere mensen lukt het ook gewoon’. Helaas is dit bij mij anders en dat is aan de ene kant oké, maar aan de andere kant ook erg frustrerend. Je vraagt jezelf vaak af ‘Waarom lukt het mij niet?’ en dit werkt vaak alleen maar averechts. Deze dagen ben ik meer bezig om lief tegen mezelf te zijn en mezelf te zien als een beste vriend(in). We zijn nochtans altijd liever tegen vriend(inn)en dan tegen onszelf. Ik probeer dan, voordat ik mezelf op mijn kop geef, een stapje achteruit te doen en heel bewust te kijken naar: ‘Wat als een vriendin van mij zou langskomen met dit probleem. Hoe zou ik dan reageren?’. Dit blijft soms lastig, maar met oefening en jezelf eraan te herinneren, gebeurt het ook steeds vaker vanzelf.
Het is en blijft een echte zoektocht naar wat voor mij werkt en wat niet. Daarin worden wel eens fouten gemaakt, maar dat is oké. Fouten maken is immers menselijk én je kunt ervan leren. Het is fijn om te bemerken dat ik iedere dag iets meer leer en dat, ook al val ik soms wat stapjes terug, ik altijd vooruit blijf gaan. Het is een zoektocht. Een zoektocht naar balans.