Brace for impact

03 June 2020

Je zit weleens in een situatie waarin je je om de één of andere reden ongemakkelijk voelt. Zo’n situatie heeft op eenieder een effect en je reageert daar op je eigen manier op. Het is niets bewusts, maar een reflex omdat je je ongemakkelijk voelt. Alsof je een taart naar je hoofd gesmeten krijgt. Het eerste wat je doet is ter verdediging je armen uitstrekken. Niet dat dat nou zoveel nut heeft, want die taart komt toch… overal.

 

Het is namelijk zo dat mij laatst een aantal dingen zijn opgevallen wanneer ikzelf in een dergelijke situatie verkeer. Een mooi voorbeeld: In de pauze hier bij Stichting Boekenwerk lees ik altijd in mijn historisch tijdschrift, ook wel mijn “lachboekske” genoemd omdat ik nogal eens moet lachen om de diverse artikelen. Doorgaans begraaf ik mij in mijn lachboekske en wil ik het liefst lezen, lezen en nog eens lezen. Dat is rustig en niet eng. Dit gelukt altijd vrij aardig, totdat ik iets grappigs lees. Vandaag was dat in een artikel over de geallieerde invasie van Sicilië. In de nacht van 10 juli 1943 ging de geallieerde invasievloot voor anker bij de Siciliaanse kust. Men gooide grote netten langs de scheepsromp zodat de mannen van die schepen konden overstappen op de wachtende landingsvaartuigen. Die mannen waren natuurlijk al gespannen en/of doodsbang, maar door de hoge golven werden ze ook nog eens zeeziek. Hierdoor spuugden ze de bodem van de landingsvaartuigen onder en gleden hun collega’s daarover uit. Met míjn levendige fantasie begint dat met één kotsende soldaat en twee die hem te hulp schieten, waarvan er een uitglijdt.

 

Wat er dan gebeurt is dat ik op kleurrijke wijze met mijn rijke gevoel voor humor en bijpassend bombastische taalgebruik verhaal wat mijn lachspieren deed hoesten. Dan raak ik gespannen en ervaar ik meer prikkels. Dit is precies waar autisme om de hoek komt kijken. In de eerste plaats moet ik me losmaken van een veilige solo situatie én ik moet communiceren ten overstaan van meerdere mensen. Twee zaken die voor een autist over het algemeen niet eenvoudig en zelfs eng kunnen zijn. Hoe meer gespannen ik raak en hoe meer prikkels ik ervaar, des te kleurrijker word ik en hoe bombastischer mijn taalgebruik. Het is alsof ik me schrap zet om een inslag op te vangen. Dit heeft alles te maken met kwetsbaarheid, want om uit te leggen waarom ik moet lachen moet ik inzage geven in mijn leefwereld waar het voor mij absoluut veilig is. Voor mij voelt dat alsof ik me bloot moet geven, alsof ik de poort naar mijn ziel en mijn hart moet openzetten. Dat maakt mij kwetsbaar.

 

Als het over autisme gaat wil men nogal eens doen alsof wij autisten “geen gevoelens hebben”, alsof men het over robots heeft. Nou, voor mij is dat juist omgekeerd. Ik ben juist gevoelig, emotioneel kwetsbaar, waardoor ik door de jaren heen allerlei trucjes heb aangeleerd, opgepikt, tot gewoonte heb gemaakt om die kwetsbaarheid te beschermen. Dat maakt mij als autist niet gevoelloos, maar mens.