Autigender: Een sociaal construct door de lens van een sociale beperking

13 August 2020

Tot het tegendeel bewezen is, gaan mensen er over het algemeen vanuit dat ze normaal zijn. Ik had zelf nooit een reden om te denken dat er iets niet klopte: jurkjes, barbies, meisje, allemaal wel prima. Niet dat het idee van voetbal, auto’s, jongetje mij specifiek tegenstond – ik was gewoon het een en niet het ander, en dat het zo veel uitmaakte, dat zou allemaal wel.

Het zal allemaal wel, is de houding die ik sindsdien altijd gehouden heb richting het concept van gender. Ik weet zeker dat het voor heel veel mensen heel erg belangrijk is. Ik weet dat, want transgender mensen bestaan, die genderdysforie ervaren en die heel goed voelen dat het niet allemaal wel zo zal zijn. Ik heb van genoeg mensen gehoord dat man/vrouw/anders zijn een belangrijk deel is van hun identiteit dat ik het wel moet geloven. En nu het tegendeel bewezen is, kan ik niet meer doen alsof mijn eigen ervaring normaal is. Kort geleden ben ik eindelijk een woord tegengekomen dat mijn ervaring beschrijft: autigender.

Hoe gender werkt

Hierboven heb ik gender beschreven in de simpelst mogelijke termen: de stereotype meisjes- en jongensdingen. Natuurlijk is dat niet realistisch, en ik denk dat iedereen dat inmiddels wel weet. Hoe gender wel werkt is, het is de manier waarop iemands identiteit aansluit op een sociaal construct dat gebruikt wordt om mensen te categoriseren. Of zoiets. Zoals ik al zei, alleen het feit dat gender absoluut iets is wat bestaat is voor mij al redelijk hoog gegrepen. De enorme schaal van het onderwerp helpt al helemaal niet.

Mensen houden van simpele tegenstellingen: aan/uit, zwart/wit, ja/nee. Ben je een man of een vrouw? Misschien wel, ja, maar misschien ook niet. Non-binaire genders zijn zo veelvuldig als sterren in het heelal. “Genderqueer”, “gender non-conform”, “agender”, “genderfluïde”, “bigender”,... En veel van die woorden zijn zelf ook paraplubegrippen. Gender is een spectrum, net als seksualiteit, net als de meeste persoonlijke ervaringen van mensen – diezelfde mensen die zo van hun simpele tegenstellingen houden. Gender als een concept is complex en verwarrend en moeilijk. Het idee van de simpele tegenstelling man/vrouw is daardoor aantrekkelijk, maar niet correct.

Hoe autisme hierin meespeelt

Dus wat we hier hebben is een sociaal construct waar mensen zich aan relateren via hun begrip van zichzelf. En wat ik heb is een ontwikkelingsstoornis die effect heeft op, oh ja, mijn zelfkennis en mijn begrip van sociale structuur. U ziet, hoop ik wel, het probleem. Ik heb een sterk vermoeden dat gender iets is wat ik heb, maar veel verder kom ik niet. Ben ik een vrouw? Het lijkt meer te kloppen dan man, maar dat zou gewenning kunnen zijn. Ik zou niet de enige vrouw zijn met een weerzin tegen overdreven meisjesachtigheid. Ben ik genderfluïde? Ik lijk me af en toe meer of minder aan te sluiten bij het “vrouw zijn”, maar dat kan aan van alles liggen: energieniveau, wat ik die dag ga doen, gewoon wat voor stemming ik heb… Ik heb wel met het woord agender gespeeld, maar dan heb ik weer zin om een jurk aan te trekken en mijn nagels te lakken – niet dat dat iets zou bewijzen. Gender is… iets. En ik ga ervan uit dat mijn eigen gender ook… iets is. En dat is wat autigender betekent.

“Ik ben autigender” betekent niet “mijn gender is autisme.” Autisme is geen gender. Autisme is een ontwikkelingsstoornis die het, onder andere, moeilijk maakt om een compleet en accuraat zelfbeeld te vormen, en om sociale normen te internaliseren. Gender is een sociale norm die een deel uitmaakt van het zelfbeeld. Autisme kan en, met enige regelmaat, zal een effect hebben op de ervaring van gender. Zoals ik heb gedemonstreerd in de vorige paragraaf heeft mijn autisme wel degelijk een effect op mijn persoonlijke ervaring van gender. Ik kan niets met zekerheid zeggen over mijn gender omdat mijn autisme me daarin beperkt. Daarom begin ik me langzaam comfortabel te voelen bij het idee dat ik waarschijnlijk autigender ben.

Conclusie

Terwijl ik dit schrijf, maak ik me zorgen. Niet veel zorgen, want ik heb heel redelijke mensen om me heen en ik voel me veilig in mijn kwetsbaarheid, maar desalniettemin ben ik nerveus. Mensen doen soms al zo raar over autisme, mensen doen zo vaak al raar over gender. Een artikel over “raar gender want autisme” zou over kunnen komen als nonsens, kinderachtig aandacht trekken, nutteloos brabbelen. Ik verwacht geen problemen hier, maar ergens anders had ik waarschijnlijk het lef niet gehad. Toch, of juist daarom, vind ik het belangrijk om dit onderwerp ter sprake te brengen. Ik wil dat mensen weten wat mogelijk is. Ik wil dat autisten die hun eigen gender niet begrijpen, weten dat ze niet alleen zijn. Ik wil dat familie en vrienden begrip tonen voor hun autistische bekenden, ook wanneer het probleem wazig en oncomfortabel lijkt.

Ik wil NIET het idee geven dat autistische mensen niet weten wat we willen, dat we zo nodig “speciaal” moeten zijn, of onbetrouwbaar zijn als het gaat over ons eigen gender. Autisme is, zoals zoveel dingen, een spectrum, en wordt door iedereen anders ervaren. Als mijn autisme zich uit in mijn ervaring van gender, betekent dat niet dat elke andere autist daar ook moeite mee heeft. Met dit artikel hoop ik dat ik wat inzicht heb gegeven in een van de vele, vreemde dingen die autisme kan doen in een hoofd, en ook dat dat niet per se een probleem is. Nee, ik heb geen duidelijke antwoorden over mezelf, maar ik heb daar ook geen last van. Gender is voor mij zo’n vaag concept dat een concrete definitie niet echt nodig is. Ik ben autigender, en dat het zo veel uitmaakt, dat zal allemaal wel.