Biologie – Dieren van de hele wereld

Biologie – Dieren van de hele wereld

De natuur wordt een steeds belangrijker onderwerp. Meer en meer komen we erachter hoe afhankelijk wij er (nog steeds) van zijn. Dieren van de hele wereld is een 12-delige encyclopedie die dieren van allerlei soorten en maten in beeld brengt. Vanuit allerlei omgevingen: van diepe oceanen tot grote bergketens, van ondoordringbare oerwouden en moerassen tot de eindeloze prairies.

Boek 1 gaat over roofdieren, en alle soorten en categorieën die daarin te beschrijven zijn. Roofdieren beschikken vaak over zeer specifieke kenmerken, die hen moeten helpen bij de jacht. Vaak zijn ze daardoor heel atletisch: heel snel, heel krachtig of hebben veel uithoudingsvermogen. Hun ogen staan waarschijnlijk voorop hun gezicht, om beter in te kunnen schatten hoe ver weg hun prooi is. Maar vaak is 1 kenmerk daarvan niet genoeg, en blijkt het in de realiteit een combinatie van dezen te moeten zijn. Nog een belangrijk aspect is of het solitaire of groepsjagers zijn. En een soort intelligentie waar zij allen minimaal over moeten beschikken.

Boek 2 gaat over zeezoogdieren.

Boek 3 gaat over apen.

Boek 4 gaat over hoefdieren.

Boek 5 gaat over knaagdieren.

Boek 6 gaat over watervogels.

Vogels hebben de mens historisch lang al erg aangesproken. De Romeinen probeerde o.a. aan de hand van de ingewanden van verschillende soorten trekvogels de toekomst te voorspellen. En de Egyptenaren vereerde de ibis lange tijd als god. En ook nu nog staan sommige vogels nog symbool voor van allerlei dingen. Zo wordt de albatros bijvoorbeeld geassocieerd met onheil. Of wordt de ooievaar geassocieerd met huiselijk geluk! Over het algemeen kunnen vogels zich goed over land, zee en water voortbewegen. Maar zijn er ook uitzonderingen. De pinguïn heeft moeite zich over land voort te bewegen, en vliegen kan ie al helemaal niet (hij voelt zich alleen thuis in het water). De albatros kan dagenlang op de wind voortzeilen. En een soort van kraanvogel bedwingt zonder moeite het Himalaya-gebergte. Zo komen in dit boek van allerlei soorten watervogels in beeld, maar ook meer eigenaardige vogels die bijvoorbeeld vliegen als eigenschap verloren zijn.

Boek 7 gaat over vogels (normaal).

Boek 8 gaat over reptielen.

Boek 9 gaat over vissen.

Boek 10 gaat over insecten.

En zijn er 2 boeken (boeken 11 en 12) die gaan over het gedrag van dieren, en dieren in hun specifieke omgeving. Het gedrag van dieren (boek 11) wordt nog maar betrekkelijk kort bestudeerd. Lange tijd waren er niet genoeg wetenschappelijke theorieën om observaties aan te kunnen toetsen. Maar met het ontstaan van Darwins evolutietheorie kwam daar een grote doorbraak in en kwam de wetenschap van dierengedrag (ethologie) daadwerkelijk op gang. Wat tot fascinerende ontdekkingen en interpretaties heeft geleid.

De omgeving waarin dieren leven (boek 12) heeft misschien wel de belangrijkste invloed in hoe zij zich evolutionair ontwikkelen. De grootste verscheidenheid tussen diersoorten onderling valt aan de hand daarvan te verklaren. Dieren die zich aangepast hebben aan het leven in woestijnen bijvoorbeeld. Of bepaalde seizoensgebonden regen die migraties van groepen dieren veroorzaken. Wat dan weer effect heeft op de hoeveelheid prooi voor roofdieren daar. Het zo goed mogelijk aanpassen aan de betreffende omgeving en omstandigheden is vaak een van de grootste (evolutionaire) uitdagingen voor die dieren. En inmiddels komt er ook steeds meer aandacht voor het behoud van die belangrijke natuurgebieden, voor de vaak ontwrichtende invloed van de mens. Natuurgebieden die een grote diversiteit aan leven bieden krijgen daarbij prioriteit. Of waar veel unieke soorten te vinden zijn.

Dieren van de hele wereld

Dit artikel is geschreven door een deelnemer van Stichting Boekenwerk

Comments are closed.