Ammer volgt in het geheim muziekles omdat zijn ouders dat afkeuren. Terwijl Ammer wordt ingewijd in de klassieke muziek, begint hij zich steeds meer anders te voelen dan de rest. Hij komt erachter dat hij scheef wordt aangekeken in de lokale gemeenschap. Zijn docent, de organist meneer Brikke, is een gelijkgestemde einzelgänger, maar hij blijkt een verborgen pedofiel te zijn. Toch blijkt dat Ammer later in zijn voetsporen zal treden.

’t Hart debuteerde in 1971 met zijn roman Stenen voor een ransuil, onder het pseudoniem Martin Hart. In 1978 brak hij door met zijn roman ‘Een vlucht regenwulpen’. Veel van zijn werken bevatten autobiografische elementen. Onderwerpen die vaak naar voren komen zijn de afwijzing van zijn jeugd in het christelijke Maassluis, zijn ervaringen als bioloog en zijn voorliefde voor klassieke muziek.

De werken van ’t Hart bevinden zich graag op de grenzen van literaire overdrijving en persoonlijke aanval. Bijvoorbeeld tegen de feministische beweging of een man die hem heeft laten zakken voor zijn rijexamen. In 1991 kwam ’t Hart uit de kast als travestiet op het Boekenbal. In de jaren 90 trad hij zelfs af en toe op als ‘Maartje’.

Maarten ’t Hart is getrouwd met Hanneke van den Muyzenberg en woont nu in Warmond.

Ben Maandag in Het vrije volk, een vroeger sociaaldemocratisch dagblad: ‘Ik heb van ’t Harts werk genoten.’

De Volksgazet, was een Belgisch socialistisch dagblad: ‘Nogmaals: er zijn ongetwijfeld jonge schrijvers die beter weten dan ’t Hart hoe ze zich aan de goegemeente moeten verkopen. Maar beter schrijven doet er geen.’