‘Ik wil de manager spreken.’ Ik hoorde het mezelf zeggen, trillend van woede en opgelopen frustratie. Voor de toevallige voorbijganger zal het eruitgezien hebben als de start van een typische ‘Karen-rant.’ Voor mezelf voelde het ook zo. Ik wist namelijk echt wel dat de reden dat ik zo boos was eigenlijk iets heel kleins was.
‘Drogen 2 euro’ zei het bordje in de wasserette van het vakantiepark. Niet ‘drogen 1 euro per kwartier’, zoals wat de klantenservicemedewerkster aan de telefoon zei dat het kostte. Ik probeerde zelfs braaf te doen wat ze zei. Volgens haar moest ik er maar geld in blijven gooien tot de machine de gewenste droogtijd aangaf. Ik was op dat moment al meer dan een half uur heen en weer aan het lopen. Van de wasserette naar het winkeltje om geld te wisselen en dan weer door naar de receptie om te vragen wat ik verkeerd deed. Dat de machine voor 4 euro slechts drie kwartier droogtijd aangaf, was voor mij de druppel.
Het bordje zei 2 euro, de klantenservicemedewerkster zei 4 euro. Beiden weken ze af van wat ik daadwerkelijk voor me zag. Als autist heb ik een boekwerk aan coping strategieën, voor als dingen niet gaan zoals ik verwacht. Ik had de bordjes gevolgd, om hulp gevraagd, gedaan wat de telefoniste zei… Het hielp allemaal niets. Terwijl de droger stug vanaf drie kwartier begon af te tellen, mijn vierde euro opslokkend zonder tegenprestatie, voelde ik me enorm autistisch. Het bordje ‘drogen 2 euro’ was feitelijk een leugen. De telefoniste die ik sprak, begreep blijkbaar niet waar ik me druk om maakte. Ik zou de rest van de dag uitgeput zijn. Mijn hoofd had overuren moeten draaien. Het voelde zo ontzettend oneerlijk, onrechtvaardig.
Toen de manager uiteindelijk kwam wilde ik mijn stem verheffen. Ik wilde mijn frustratie kracht bij zetten met scheldwoorden. Ik wilde full Karen gaan. In plaats daarvan vertelde ik de manager dat ik autisme had en wat er van binnen met me gebeurde. Ze is toen met me meegelopen naar de wasserette. Ze heeft me uitgelegd dat het bordje inderdaad niet klopte en moest worden aangepast. Ik kreeg mijn vier euro zelfs terug zodat ik de droger nogmaals kon starten. Dat heb ik niet gedaan. Ik had de energie niet meer om nog eens de strijd aan te gaan met die helse machine. Ik heb mijn halfdroge was mee terug naar de tent genomen en anderhalve dag gewacht tot het eindelijk droog was. Voor de manager en de medewerkers was het hele probleem opgelost. Voor mij eigenlijk niet. Want voor mij is het opnieuw heel erg benadrukt: Ik heb een handicap.